Persbericht bij uitspraak 11 juli 2024 - VB 2024/03
Vandaag, 11 juli 2024, heeft het Veterinair Beroepscollege uitspraak gedaan in de zaak die gaat over een klacht van Stichting Dier&Recht tegen een dierenarts die diergeneeskundige handelingen heeft verricht met kortsnuitige honden, waarbij de zogenoemde Cambridge-methode is toegepast. De vraag is of de dierenarts daarmee heeft gehandeld in overeenstemming met de open norm van artikel 3.4 van het Besluit houders van dieren.
Het Veterinair Beroepscollege beantwoordt die vraag in de uitspraak van vandaag ontkennend. Het Veterinair Beroepscollege is van oordeel dat de dierenarts ten onrechte geen toepassing heeft gegeven aan de methode zoals beschreven in het rapport van de Universiteit Utrecht, faculteit diergeneeskunde, van 21 januari 2019 waarin een van de Cambridge-methode deels afwijkende methode voor de keuring van kortsnuitige honden wordt beschreven.
De stichting meent dat de dierenarts bij zijn handelingen die laatste, Utrechtse methode had moeten volgen, ook gelet op de aan het onderzoek van de dierenarts verbonden potentiële nadelige gevolgen voor het fokken met kortsnuitige honden die met toepassing van de Cambridge-methode zijn goedgekeurd maar bij toepassing van de met het rapport van de Universiteit Utrecht beschreven methode niet zouden zijn goedgekeurd.
Het Veterinair Beroepscollege heeft aan de dierenarts de maatregel van een waarschuwing opgelegd. De volledige uitspraak is hieronder te raadplegen.